Skip to main content
Geen onderdeel van een categorie

Giardia : Een wolf in schaapskleren

Giardia

Giardia Lamblia (Giardia duodenalis of Giardia intestinalis) is wereldwijd de meest frequent voorkomende darmparasiet bij mens en dier. Het is een een-cellige parasiet die zich continu kan voortplanten (o.a. met behulp van ijzer). Giardia leeft als parasiet in de dunne darm en nemen vetten, suikers en zetmeel op. Vaak geeft een besmetting met giardia verder geen klachten. Giardia heeft een vrij levende vorm (trofozoiet) en een ingekapselde vorm (cyste). Deze cyste kan maandenlang onder alle omstandigheden buiten het lichaam overleven. Bij dieren vindt de overdracht plaats door het zwemmen in sloten, het drinken van besmet slootwater of besmette waterplassen, bevalling, snuffelen aan de anus van andere honden, snuffelen/likken/eten van ontlasting.

. HERKENNEN .
De meest voorkomende klachten zijn acute stinkende diarree, buikkrampen, braken en misselijkheid, vermageren, gasvorming, lusteloosheid, daarnaast ook kan het allergische huidreacties en voedselintoleranties geven. In chronische gevallen geeft het een terugkerende diarree en vermagering. Gerelateerde ziekten zijn een hyperpermeabele darm, geïrriteerde darm syndroom (IBS), disbiose en chronische vermoeidheid syndroom. Veel giardia infecties gaan samen met een co-infectie met andere parasieten zoals schimmels en gisten. Veel infecties met giardia geven echter geen symptomen.

. OVERLEVINGSCYCLUS .
De cyste van Giardia wordt oraal opgenomen en komt in de maag terecht, door het maagzuur verzacht de harde schil en komt de parasiet tot leven. De levende vorm kan zich in de dunne darm aan de darmvlokken hechten. Als de giardia in grote getale aanwezig is in de dunne darm, dan wordt de opname van voeding, mineralen en vitaminen minder; met tekorten als gevolg. Na een besmetting van giardia maakt het lichaam antilichamen aan waardoor er een lager risico is voor het krijgen van en herbesmetting.

. DIAGNOSE .
Door middel van een microscopisch ontlastingonderzoek kan de cyste en de trofozoiet te zien zijn. Door de wisselende uitscheiding is dit niet een definitieve diagnose als er niets te zien is. Als er wel giardiacysten te zien zijn, hoeft het ook niet altijd de reden van de symptomen te zijn. Door het intermitterend uitscheiden van de giardia adviseren we van minimaal 3 dagen de ontlasting te checken.

. REGULIERE THERAPIE.
Bij dieren is de eerste keus medicatie fenbendazol (1xdaags 50mg/kg voor 3 dagen). Daarnaast moet (om herbesmetting te voorkomen), de omgeving niet vergeten worden en moet het gebied rond de anus gewassen worden na poepen. Als de symptomen blijven en de hertest ook positief is , dan kan de behandeling van fenbendazol herhaald worden of gekozen worden voor metronidazol (2xdaags 25mg/kg voor 5 dgn).
Metronidazol heeft naast een parasiet dodende werking ook een bacteriedodende werking. In veel gevallen wordt niet alles gedood, maar zal er ook een percentage parasieten blijven leven. Hier is een grote kans dat het DNA muteert en de giardia resistent wordt voor de metronidazol. Verder kan metronidazol als bijwerking neurologische klachten geven.

. ALTERNATIEVE THERAPIE .
Bij een positieve giardia, met of zonder klinische symptomen raden wij aan om de immuniteit van de darmen en de voeding zo optimaal mogelijk te maken, zodat het lichaam zelf in staat is de giardia te elimineren.

. VOEDING .
Voeding beïnvloed de darmflora, darmwand, slijmlaag en immuuncellen. Met een gezonde voeding creëer je een gezond maagdarmstelsel en minder kans op schade aan de darmwand met chronische gevolgen. Voor hond en kat, adviseren wij een dieet met vers vlees (KVV, BARF). Dit gemengd met 20% gekookte en geprakte groenten voor de hond en 5% voor de kat. Ivm het hogere gehalte van ijzer in rood vlees, is het advies om een tijd voornamelijk gevogelte of vis te geven. Brokken, gluten, koolhydraten, zetmeel en geur- en smaakstoffen zullen de ontstekingsreactie in de darmen alleen maar verergeren en daarmee de infectie van giardia stimuleren.

. SUPPLEMENTEN.
– Vezels uit groenten en glucosamine (Bv uit bottenbouillon) remt giardia en stimuleert het immuunsysteem en darmflora.
– Zink zorgt voor een betere darmslijmvlies en verbetert de weerstand.
– Anti-oxidanten als Vitamine C, kurkuma of astaxanthine vangen vrije radicalen, veroorzaakt door de besmetting met giardia, weg.
– Omega 3 vetzuren, als krill olie, groenlipmosselolie of hennepzaadolie hebben een ontstekingsremmende werking.
– Multi vitaminen en mineralen om de tekorten ontstaan door de malabsorptie door de giardia op te heffen.
– Probioticum Lactobacillus rhamnosus bindt zich aan giardia en zorgt er voor dat de giardia minder kan hechten aan de darmwand.
– Oregano, berberine, neem, artemisia en knoflook zijn dodend voor giardia.

LET OP: IJzer en ijzerrijke voeding zoals rood vlees zal de celdeling van de trofozoiet stimuleren. Dit moet, net als zetmeel, koolhydraten en overbewerkte voeding, vermeden worden.

. DARMTHERAPIE BIJ CHRONISCHE INFECTIES & DARMPROBLEMEN .
Wat wij in de praktijk vaak tegenkomen zijn patiënten die als pup of kitten te maken hebben gehad met giardia. Dit is behandeld met ereguliere medicatie, waarna de patiënten gezond zijn verklaard. Maanden en vaak ook jaren later komen ze terug met chronische klachten welke allemaal terug te voeren zijn naar deze periode. Klachten als voedselintoleranties, huidproblemen en chronische vermoeidheid.

De kans op besmetting van giardia is heel groot in Nederland, variërend van 15-50% afhankelijk in wat voor bevolkingsdichte omgeving je leeft of je hond uitlaat. Een hond of kat die al een keer een infectie heeft doorgemaakt heeft een sterkere immuunreactie gecreëerd voor giardia. Maar dat wil niet zeggen dat de infectie onschuldig is. De giardia blijft zich vastzuigen aan de darmvilli, blijft gebruik maken van ijzer, en zorgt op lange termijn, maar voornamelijk als de leefomstandigheden van giardia optimaal zijn (lees brokvoeding, koolhydraten, gluten) voor een hyperpermeabele darm en een disbiose. Vaak gaat dat gepaard met darmproblemen als diarree, maar het beeld is anders dan bij een losstaande giardia-infectie en de febendazol zal het probleem niet wegnemen. De disbiose zorgt voor jeuk, roodheid, allergische reacties, gedragsafwijkingen, systemische infecties, immuun gemedieerde problemen, overbelasting van de lever, nieren en lymfe, vermoeidheidsklachten etc.

. CONCLUSIE .
Dus… een asymptomatische giardia infectie is wel degelijk een wolf in schaapskleren wat aangepakt moet worden. Door de gifstoffen uit de darmen, bloed en lymfe te halen, de slijmlaag (biofilm) met dominante bacteriën (de disbiose) af te breken, de darmmucosa en hyperpermeabele darm en vervolgens het microbioom te herstellen.
Een proces waar de reguliere diergeneeskunde, de orthomoleculaire geneeskunde en de Chinese geneeskunde mooi samen komen voor een zo snel mogelijk herstel.

// LITERATUUR //
Darmklachten, Saskia van As
Voed je bacteriën, saskia van as
Www.uu.nl/onderzoek/veterinair-microbiologisch-diagnostisch-centrum/giardia

Chatten
Vragen?
Hoi, heb je vragen?